Het Caribisch gebied bevalt ons wel

Zondag was onze eerste volle dag op dit goddelijke eiland. Nog steeds wat brak van de reis en het tijdsverschil, stonden we al om 7.00 uur klaarwakker naast ons bed. Onze biologische klok is toch wat ontregeld.

Om 9.00 zou er een informatie bijeenkomst zijn van ARKE, onze reisagent, in een belendend hotel.Wij bleken de enigen te zijn die aan de oproep gehoor hadden gegeven en we kregen van de hostess een paar aantrekkelijke tips. We hebben ons niet laten verleiden tot het boeken van georganiseerde excursies, maar we gaan lekker zelf op pad. De enige concessie die we gedaan hebben is het huren van een auto'tje - ze leveren er een vergrootglas bij om hem te kunnen zien. Het is een klein lief zuinig auto'tje waarme we het eiland van noord naar zuid en van oost naar west kunnen doorkruisen.

Ondertussen leerden we ook nog wat over het eiland. Het is ruim 60 kilometer lang op het breedste punt 12 km en op het smalste punt 4 km. Het eiland leeft van het toerisme, vooral Amerikanen en Nederlanders en heeft een keur aan toeristische attracties waarvan we er deze week een aantal gaan bezoeken.

De lokale munteenheid is de Arubaanse gulden (dachten we van de gulden af te zijn, krijg je dit weer), maar ook de dollar is een wettig betaalmiddel.

Na de informatieve sessie hebben we te voet de omgeving en de stranden verkend.

's Middags hebben we ons door de hotelshuttle laten vervoeren naar Willemstad. Het was zondag, dus een rustdag, maar wat een leuke stad is dit. Huizen in alle kleuren van de regenboog, cafe's en restaurants in overvloed en een echte caribische sfeer.Aan het einde van de dag hebben we ons tegoed gedaan aan een heerlijk diner en goedgevuld en -gemuts hebben wij onze hotelkamer weer opgezocht om, voor ons doen, erg vroeg de ogen te sluiten.